4. est d'avis que tous les États membres, en particulier ceux qui font partie de l'Union économique et monétaire (UEM), devraient prendre en compte, au moment d'élaborer leurs politiques économiques, tant les effets de ces politiques au niveau national que leurs implications pour l'Union, en particulier dans les États membres de l'UEM; estime que les politiques économiques relèvent de l'intérêt commun et qu'elles devraient être coordonnées au sein du Conseil, conformément aux procédures prévues par le traité;
4. is van mening dat alle lidstaten, en met name diegene die deel uitmaken van de Economische en Monetaire Unie (EMU), bij de uitstippeling van hun economisch beleid zowel rekening moeten houden met de effecten hiervan in eigen land als met de gevolgen ervan voor de Unie, en met name voor de EMU-lidstaten; is van mening dat het economisch beleid een aangelegenheid van gemeenschappelijk belang is en moet worden gecoördineerd binnen de Raad, volgens de procedures in het Verdrag;