6. constate que les marchés financiers ont adopté un comportement spéculatif – certains investisseurs prenant de très grands risques –, qui a été aggravé par l'oligopole des agences de notation; observe qu'une économie de marché fonctionne au mieux lorsqu'elle s'accompagne d'une réglementation arrêtée de manière démocratique, transparente et à plusieurs niveaux, ainsi que d'une éthique et d'une morale saines encourageant des systèmes économiques et financiers solides qui ne nuisent pas à l'économie réelle;
6. merkt op dat er sprake is geweest van speculatief gedrag op de financiële markten, waarbij sommige beleggers zeer grote risico's hebben genomen, nog versterkt door het oligopolie van de ratingbureaus; merkt op dat een markteconomie het beste functioneert in het kader van democratisch overeengekomen, transparante, gelaagde regelgeving, ingebed in gezonde ethische en morele opvattingen die degelijke financieel-economische stelsels stimuleren en de reële economie geen schade toebrengen;