4. L'article 1er, 2°, f), prévoit que « l'association ou l'organisation ne peut participer à d'autres associ
ations ou personnes morales » ; cette interdiction est formulée de manière extrêmement générale, et n'est pas limitée à certaines catégories d'associations sans but lucratif ou de personnes morales ; or, en l'état, il ressort du dossier transmis à la section de législation, spécialement l'avis donné par la Commission de la protection de la vie privée le 30 avril 2014, que le but ainsi poursuivi serait essentiellement de garantir « une indépendance structurelle vis-à-vis du secteur du marketing direct », laquelle indépendance « pr
...[+++]ésente [...] des avantages en matière de gestion indépendante et de communication correcte concernant toutes les possibilités d'opposition et leur base juridique ».4. Artikel 1, 2°, f), bepaalt dat " de vereniging of organisatie (...) niet [kan] deelnemen in andere verenigingen of rechtspersonen" . Dat ver
bod is in uitermate algemene bewoordingen gesteld en beperkt zich niet tot bepaalde categorieën van verenigingen zonder winstoogmerk of rechtspersonen. Bij de huidige stand van zaken blijkt echter uit het dossier dat aan de afdeling Wetgeving is overgezonden, en inzonderheid uit het advies van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer d.d. 30 april 2014, dat het aldus nagestreefde doel erin bestaat een " [s]tructurele onafhankelijkheid ten opzichte van de direct marketingsec
...[+++]tor" te waarborgen, wat " voordelen [biedt] qua onafhankelijk beheer en correcte communicatie naar alle verzetsmogelijkheden en hun rechtsbasis" .