La diversité morphologique du relief, les sols moyennement fertiles ou pauvres, la faible pluviosité, inégalement répartie sur l’année, et les cours d’eau qui sillonnent des vallées encaissées conditionnent les systèmes agraires qui prévalent dans la région. Celle-ci se répartit en deux secteurs bien distincts, mais indissociables sur le plan agricole: les plateaux et les coteaux.
De morfologische diversiteit van de bergen, de matig vruchtbare tot arme gronden, de ongelijkmatig over het jaar verspreide en beperkte neerslag en het in de diepe valleien stromende water zijn bepalend voor de soort landbouw die in de regio wordt bedreven en die in twee afzonderlijke, maar uit agronomisch oogpunt met elkaar verbonden takken is opgesplitst: de landbouw die op de plateaus wordt bedreven en de landbouw die op de hellingen wordt bedreven.