Dès lors que, pour le même motif que celui qui est indiqué en B.2.2, les première à septième parties requérantes justifient d'un intérêt à poursuivre l'annulation de l'article 2 de la loi du 23 avril 2015, il n'est pas nécessaire d'examiner si les huitième à treizième parties requérantes justifient également de l'intérêt requis.
Aangezien, om dezelfde reden als die welke in B.2.2 wordt aangegeven, de eerste tot en met de zevende verzoekende partij doen blijken van een belang om de vernietiging van artikel 2 van de wet van 23 april 2015 te vorderen, is het niet noodzakelijk te onderzoeken of de achtste tot en met de dertiende verzoekende partij ook doen blijken van het vereiste belang.