§ 1. Le Ministre flamand peut décider de manière motivée et scientifique, dans des situations exceptionnelles, que des déchets individuels considérés non dangereux sur la liste, présentent toutefois une ou plusieurs des propriétés citées à l'article 2.4.1, § 2.
§ 1. De Vlaamse minister kan in met redenen omklede uitzonderingssituaties, gemotiveerd op wetenschappelijke gronden, beslissen dat individuele afvalstoffen die op de lijst als niet-gevaarlijk zijn aangeduid, toch een of meer van de in artikel 2.4.1, § 2 vermelde eigenschappen bezitten.