La Cour considère qu'il y a violation irréparable des droits de la défense lorsque les prévenus ne jouissent plus devant le juge de l'exercice entier de leurs droits de défense, c'est-à-dire lorsqu'ils n'ont plus la possibilité de contester la recevabilité des poursuites ou le bien-fondé des préventions, de faire valoir tout autre moyen de défense ou de présenter au juge toute demande utile au jugement de leur cause » (Cass (Chambres réunies), 16 septembre 1998, JLMB, 1998, p. 1340).
Het Hof oordeelt dat de rechten van de verdediging onherstelbaar geschonden zijn wanneer de beklaagden hun rechten van verdediging niet meer volledig kunnen uitoefenen voor de rechter, dat wil zeggen wanneer zij niet meer de mogelijkheid hebben om de ontvankelijkheid van de vervolging of de gegrondheid van de tenlasteleggingen te betwisten, een ander verdedigingsmiddel te doen gelden of de rechter alle verzoeken voor te leggen die nuttig zijn voor de berechting van hun zaak (Cass. , verenigde Kamers, 16 september 1998, JLMB, 1998, blz. 1340).