35. souligne qu'il y a lieu de veiller à ce que les ressources forestières et les matériaux sylvicoles soient utilisés et réutilisés efficacement, comme moyen de réduire le déficit de la balance commerciale de l'Union, d'améliorer l'autosuffisance de celle-ci dans le domaine du bois et la compétitivité de son secteur forestier, de contribuer au recul de la gestion forestière non durable, de préserver l'environnement et de réduire la déforestation dans les pays tiers;
35. onderstreept dat moet worden gekeken naar de mogelijkheid om door middel van efficiënt gebruik en hergebruik van hout en houtmaterialen een bijdrage te leveren aan de vermindering van het tekort op de handelsbalans van de Unie, de verhoging van de zelfvoorzieningsgraad van de EU op het gebied van hout, de vergroting van het concurrentievermogen van de bosbouwsector, het terugdringen van niet-duurzaam bosbeheer, de bescherming van het milieu en de vermindering van de ontbossing in derde landen;