L'on ne peut, pour fonder notre certitude à ce sujet, appliquer directement au profit de l'enfant en projet ni le principe formulé à l'article trois de la convention, ni celui en vertu duquel tout être humain doit toujours être considéré comme une fin en soi et non comme un moyen (moyen de réaliser le désir d'enfant d'autres êtres humains), tant que la question du statut de l'embryon (est-ce déjà un enfant, un être humain ?) n'est pas tranchée.
Zolang het probleem van de juridische status van het embryo niet is opgelost (is het reeds een kind, een menselijk wezen ?) kan, om onze zekerheid in dit verband te staven, noch het in artikel 3 van het Verdrag geformuleerde principe, noch het principe krachtens hetwelk elk menselijk wezen altijd beschouwd moet worden als een doel op zich en niet als een middel (om de kinderwens te vervullen) direct worden toegepast ten voordele van het kind dat men wenst.