Les capacités économiques et financières varient d’un État membre à l’autre et il faut donc porter davantage d’attention aux moyens permettant d’améliorer les systèmes de pensions, comme fixer l’âge de début de la vie professionnelle, évaluer «avec souplesse» l’âge de la retraite, permettre de mieux concilier vie professionnelle et vie de famille, et définir des critères généraux de pension minimale.
De economische en financiële draagkracht van de lidstaten loopt uiteen en daarom moet het accent meer gelegd worden op manieren om de pensioenstelsels te verbeteren. Het gaat dan onder meer om het bepalen van de aanvang van het beroepsleven, ‘flexibele’ beoordeling van de pensioenleeftijd, een betere aansluiting tussen privé- en beroepsleven, en de algemene criteria om een minimumpensioen vast te stellen.