Le Conseil des ministres conteste également la recevabilité ratione temporis des recours, considérant que les griefs ne sont en réalité pas dirigés contre les dispositions attaquées, mais contre les articles 88 et 90 de la loi du 28 décembre 2011, qui subordonnaient déjà le bénéfice des conditions préférentielles de mise à la pension à la qualité de membre du personnel roulant de la SNCB-Holding, au moment de la mise à la pension, et que les dispositions attaquées ne visent qu'à clarifier.
De Ministerraad betwist eveneens de ontvankelijkheid ratione temporis van de beroepen, aangezien hij van mening is dat de grieven in werkelijkheid niet tegen de bestreden bepalingen zijn gericht, maar tegen de artikelen 88 en 90 van de wet van 28 december 2011, die het voordeel van de preferentiële voorwaarden voor pensionering reeds afhankelijk stelden van de hoedanigheid van lid van het rijdend personeel van de NMBS-Holding, op het ogenblik van de pensionering, en die de bestreden bepalingen enkel beogen te verduidelijken.