15. rappelle, à nouveau, que toute autre initiative en faveur d'une UEM véritable et approfondie fondée sur la stabilité, la croissance durable, la solidarité et la démocratie doit impérativement être instituée conformément à la méthode de l'Union; souligne que les institutions européennes sont tenue
s à une coopération mutuelle loyale; rappelle au Conseil européen que les traités ne lui confèrent aucune prérogative d'initiative législative et qu'il doit cesser de donner des instructions à la Commission sur la forme et/ou la teneur de toute autre initiati
ve législative et d'ignorer ...[+++] le rôle que les traités confèrent à la Commission en matière de coordination, d'exécution et de gestion;
15. herhaalt nogmaals dat een verder initiatief met het oog op een hechte EMU op basis van stabiliteit, duurzame groei, solidariteit en democratie, absoluut volgens de communautaire methode moet worden vastgesteld; benadrukt dat de EU-instellingen echt met elkaar moeten samenwerken; herinnert de Europese Raad eraan dat hij op grond van de Verdragen geen wetgevend initiatiefrecht heeft en dat hij ermee moet ophouden de Commissie instructies te geven over de vorm en/of inhoud van verdere wetgevingsinitiatieven en voorbij te gaan aan de coördinerende, uitvoerende en beheerstaak van de Commissie die in de Verdragen is vastgelegd;