Cet auteur fait le parallèle entre, d'une part, les mécanismes de délégation de sommes prévus aux articles 221 du Code civil et 1280 du Code judiciaire et, d'autre part, celui de l'article 301, § 11, du Code civil prévoyant qu'il faut qu'il y ait « défaut d'exécution par le débiteur de son obligation de paiement » pour que la délégation soit ordonnée contrairement au régime prévu par l'article 221 du Code civil et l'article 1280 du Code judiciaire (ibid., p. 281, no 12).
Deze auteur trekt een parallel tussen enerzijds de mechanismen van de delegatie van bedragen voorgeschreven bij de artikelen 221 van het Burgerlijk Wetboek en 1280 van het Gerechtelijk Wetboek, en anderzijds het mechanisme voorgeschreven bij artikel 301, § 11, van het Burgerlijk Wetboek, dat bepaalt dat de delegatie kan worden bevolen als « de uitkeringsplichtige zijn verplichting tot betaling niet nakomt », in tegenstelling tot de regeling voorgeschreven bij artikel 221 van het Burgerlijk Wetboek en bij artikel 1280 van het Gerechtelijk Wetboek (ibid., blz. 281, nr. 12).