L. considérant que la recommandation Rec (2007)3 précitée souligne le rôle spécifique du service public de radiodiffusion en tant que source d'informations et d'observations impartiales et indépendantes, et de contenus innovants et variés répondant à des normes éthiques et de qualité élevées, ainsi qu'en tant que forum pour un débat public et moyen de promouvoir une participation démocratique plus large des individus, et demande, dès lors, que les États membres conservent le pouvoir d'adapter le mandat de ce service public de manière à lui permettre de remplir sa mission dans un nouvel environnement médiatique,
L. overwegende dat bovengenoemde Aanbeveling Rec(2007)3 onderstreept dat het openbare omroepstelsel een specifieke rol speelt als een bron van onpartijdige en onafhankelijke informatie en commentaar en van innovatieve en gevarieerde inhoud die aan hoge ethische en kwaliteitsnormen voldoet, en als een forum voor openbare discussie en als middel voor de bevordering van bredere democratische participatie van de burgers, en overwegende dat deze aanbeveling derhalve verlangt dat de lidstaten de bevoegdheid dienen te behouden om de opdracht van de openbare omroep aan te passen opdat deze zijn functie in een nieuwe mediaomgeving kan vervullen,