8. prend acte des différences importantes entre États membres en ce qui concerne la source des organes (donneurs décédés ou donneurs vivants), l'élargissement de la population des donneurs, les exigences de qualité et de sécurité, l'approche organisationnelle du don et de la transplantation d'organes, ainsi que les différences en ce qui concerne les études et la for
mation du personnel médical et paramédical; estime que ces disparités s'expliquent en partie par une combinaison des facteurs économique, structurel, administratif, culturel, moral, religieux, historique, social et juridique, même si le facteur critique semble être la manière
...[+++] dont s'organise l'ensemble du processus conduisant au don puis à la transplantation; 8. merkt de belangrijke verschillen op met betrekking tot de herkomst van organen (overleden of levende donoren) binnen de EU, de grote verschillen in het succes waarmee de lidstaten hun donorbestand weten te vergroten, het onderscheid tussen lidstaten op het vlak van kwaliteits- en veiligheidseisen, de uiteenlopende organisatorische benaderingen van orgaandonatie en -transplantatie en de verschillen in opleiding en scho
ling van medisch en paramedisch personeel; meent dat het onderscheid deels kan worden verklaard door een combinatie van economische, structurele, administratieve, culturele, ethische, godsdienstige, historische, sociale
...[+++]en wettelijke factoren, hoewel de beslissende factor de organisatie van het hele proces lijkt te zijn dat leidt tot donatie en transplantatie;