Lorsqu'aucune méthode de substitution n'est reconnue par la législation communautaire, le nombre d'animaux peut être réduit en employant d'autres méthodes s'il existe une possibilité raisonnable et pratique d'y recourir et en mettant en œuvre des stratégies d'expérimentation, comme les essais in vitro et d'autres méthodes susceptibles de réduire et de perfectionner l'utilisation des animaux.
Als de Gemeenschapswetgeving geen alternatieve methode erkent, kunnen de aantallen proefdieren worden verminderd door gebruik te maken van andere redelijke en in de praktijk beschikbare methoden en door de toepassing van beproevingsstrategieën, bijvoorbeeld met gebruikmaking van in vitro- en andere methoden, waardoor het gebruik van dieren wordt verminderd en verfijnd.