Seuls ces derniers, pour la préservation du secret de leurs sources, bénéficient d'une limitation de principe à l'usage d'une méthode spécifique ou exceptionnelle par le service de renseignement (les journalistes ne peuvent faire l'objet d'une méthode visée à l'article 18/2 sauf dans le cadre de l'article 8, 1º, b — terrorisme et armes non conventionnelles — et en cas de menace grave pour l'intégrité physique).
Alleen voor die laatsten geldt, met het oog op het bewaren van hun bronnengeheim, een principiële beperking van het gebruik van een specifieke of uitzonderlijke methode door de inlichtingendienst (op journalisten mogen de methoden zoals bedoeld in artikel 18/2 niet worden toegepast, behalve in het kader van artikel 8, 1º, b — terrorisme en niet-conventionele wapens — en in geval van ernstige bedreiging voor de fysieke integriteit).