1. Lorsque la compétence est fondée sur l’article 4 ou sur les articles 7, 8 ou 9 et qu’une pro
cédure est pendante devant une juridiction d’un État tiers au moment où une juridiction d’un État membre est saisie d’un
e demande entre les mêmes parties ayant le même objet et la même c
ause que la demande portée devant la juridiction de l’État tiers, la juridicti
on de l’État membre peut ...[+++] surseoir à statuer si:
1. Wanneer bevoegdheid voortvloeit uit artikel 4 of de artikelen 7, 8 of 9, en op het moment dat een vordering wordt aangebracht bij een gerecht in een lidstaat tussen dezelfde partijen een vordering aanhangig is voor een gerecht van een derde land die op dezelfde oorzaak berust en hetzelfde onderwerp betreft, kan het gerecht van de lidstaat de uitspraak aanhouden indien: