5. reconnaît l'engagement de la haute représentante/vice-présidente à donner un rôle plus actif à l'Union sur la scène internationale afin d'améliorer la situation des droits de l'homme et de la démocratie au niveau mondial; l'invite instamment, dans ce contexte, à effectuer les démarches nécessaires à la création d'un COHOM, basé à Bruxelles, afin de donner à l'enjeu des droits de l'homme et de la démocratie l'importance
qu'il mérite et de veiller à son intégration en temps utile dans les autres domaines et politiques des institutions de l'Union européenne; invite la haute représentante/vice-
présidente, dans le ...[+++]même esprit, à mesurer l'importance d'une formation obligatoire, en matière de droits de l'homme, du personnel de l'Union européenne, y compris des chefs de délégations et des directeurs du SEAE;
5. waardeert het voornemen van de HV/VV om te bouwen aan een actieve rol voor de EU op het wereldtoneel, met het oog op wereldwijde verbetering van mensenrechten en democratie; dringt er in dit verband bij de HV/VV op aan te zorgen voor de oprichting van een Werkgroep mensenrechten van de Raad (COHOM) in Brussel, teneinde een effectieve mainstreaming en tijdige input in andere gebieden van de instellingen en het beleid van de EU te garanderen; doet in deze geest een beroep op de HV/VV rekening te houden met het belang van een verplichte mensenrechtentraining voor EU-personeel, met name voor delegatiehoofden en EDEO-directeuren;