En vertu de cette disposition, entrent en ligne de compte, sous certaines conditions : l'exercice d'une fonction dans une cour ou un trib
unal (§ 2, 1°); le temps d'inscription au barreau (§ 2, 2°); l'exerc
ice de la charge de notaire (§ 2, 2°); le temps consacré à l'enseignement du droit dans une université belge (§ 2, 3°); la durée des fonctions exercées au Conseil d'Etat en qualité de membre du Conseil d'Etat, de l'auditorat ou du bureau de coordination (§ 2, 4°); les services prestés dans un service de l'Etat, dans un service d
...[+++]'Afrique qui dépendait du Gouvernement du Congo belge ou du Gouvernement du Ruanda-Urundi, et dans d'autres services publics que les services de l'Etat et les services d'Afrique en question (§ 2, 5°); l'exercice d'une fonction rémunérée par une subvention-traitement dans un établissement d'enseignement libre subventionné (§ 2, 5°); et la durée des services rendus qui, dans le statut pécuniaire du personnel des ministères, peuvent entrer en ligne de compte pour le calcul de l'ancienneté pécuniaire des fonctionnaires appartenant au niveau A et ce, selon les mêmes modalités (§ 2, 6°).Volgens die bepaling komen daarvoor, onder bepaalde voorwaarden, in aanmerking : de uitoefening van een ambt in een hof of een rechtbank (§ 2, 1°); de tijd van
inschrijving bij de balie (§ 2, 2°); de uitoefeni
ng van het ambt van notaris (§ 2, 2°); de tijd besteed aan onderwijs van het recht aan een Belgische universiteit (§ 2, 3°); de tijd van ambtsvervulling bij de Raad van State, als lid van de Raad, van het auditoraat of van het coördinatiebureau (§ 2, 4°); de diensten verricht in een Rijksdienst, in een dienst van Afrika die
...[+++]afhing van het gouvernement van Belgisch-Congo of van het gouvernement van Ruanda-Urundi, en in andere openbare diensten dan de diensten van de Staat en de bedoelde diensten van Afrika (§ 2, 5°); de uitoefening van een ambt bezoldigd door middel van een weddetoelage in een gesubsidieerde vrije onderwijsinrichting (§ 2, 5°); en de duur van de diensten die volgens de bezoldigingsregeling van het personeel der ministeries in aanmerking kunnen worden genomen voor de berekening van de geldelijke anciënniteit van de ambtenaren van niveau A en dit volgens dezelfde regels (§ 2, 6°).