Lorsque l'assistance en justice a été accordée en application d'une disposition dérogeant à l'article 4 et, pour autant que la personne visée à l'article 1 en ait été expressément avertie au moment de l'octroi de cette assistance, le remboursement des honoraires et frais peut être exigé s'il ressort de la décision judiciaire définitive que la personne visée à l'article 1 a commis un dol ou une faute lourde.
Wanneer rechtshulp werd verleend met toepassing van een bepaling die van artikel 4 afwijkt kan, voor zover de in artikel 1 bedoelde persoon uitdrukkelijk daarvan verwittigd werd op het tijdstip dat die hulp verleend wordt, de terugbetaling van het ereloon en de kosten geëist worden indien uit de definitieve rechterlijke beslissing blijkt dat de in artikel 1 bedoelde persoon bedrog heeft gepleegd of een zware fout heeft begaan.