La durée de la détention, qui est fixée à deux mois au maximum, sous peine de libération de l'étranger, n'excède nullement le délai qui est raisonnablement nécessaire afin d'atteindre le but visé, compte tenu du caractère sérieux de l'examen, de la possibilité d'introduire un recours et du traitement prioritaire prescrit de ces demandes.
De duur van de vasthouding, die is vastgesteld op ten hoogste twee maanden, op straffe van vrijlating van de vreemdeling, overschrijdt geenszins de termijn die redelijkerwijze nodig is om het beoogde doel te bereiken, rekening houdend met de ernst van het onderzoek, de ingebouwde beroepsmogelijkheid en de voorgeschreven prioritaire behandeling van die aanvragen.