En général, la non-discrimination est matérialisée par l’application de deux normes de base: le «traitement de la nation la plus favorisée» et le «traitement national». Ces deux normes sont relatives car, au lieu de définir une norme de traitement absolue, elles impliquent une comparaison entre les traitements accordés en fonction de l’origine.
Non-discriminatie wordt gewoonlijk bereikt door middel van twee basisnormen, "behandeling als meest begunstigde natie" en "nationale behandeling"; dit zijn beide relatieve normen, omdat zij geen absoluut niveau van behandeling aangeven, maar uitgaan van een vergelijking tussen behandelingen op basis van oorsprong.