46. Chaque utérus doit être transféré dans un récipient pesé portant un marquage individuel (boîte de Petri ou nacelle de pesée en plastique) en continuant de veiller à ce qu'il ne se dessèche pas avant la pesée (un filtre papier légèrement imbibé de solution saline peut être placé au fond du récipient).
46. Elke baarmoeder moet worden overgebracht in een gewogen houder met een unieke code (bv. een petrischaaltje of een kunststof weegschaaltje), waarbij er voortdurend op wordt gelet dat vóór het wegen geen uitdroging plaatsvindt (plaats bv. filterpapier dat enigszins is bevochtigd met zoutoplossing in de houder).