L'article 2262 proposé par ce dernier dispose que par dérogation à l'article 2261bis proposé, qui prévoit la prescription par trente ans pour toutes les actions patrimoniales, lorsque la naissance de l'action est cachée frauduleusement, la prescription ne court qu'à partir du moment où le titulaire a effectivement connaissance de l'action (do c. Chambre, 1996-1997, nº 1087/2, p. 8).
Het door deze laatste voorgestelde artikel 2262 bepaalt dat in afwijking van het voorgestelde artikel 2261bis , dat in de dertigjarige verjaring voorziet voor alle vermogensrechtelijke aanspraken, de verjaring, ingeval het ontstaan van de aanspraak door bedrog verborgen wordt gehouden, eerst loopt vanaf het tijdstip waarop de aanspraakgerechtigde daadwerkelijk kennis heeft van de aanspraak (Stuk Kamer, 1996-1997, nr. 1087/2, blz. 8).