Dans l'affaire Ambry, [27] la Cour a jugé que l'obligation imposée aux agences de voyages de constituer une garantie auprès d'un établissement financier situé sur le territoire national était disproportionnée car l'obligation de mobilisation immédiate des fonds "pouvait normalement être remplie de manière adéquate alors même que le garant est établi dans un autre Etat membre".
In de zaak Ambry [27]heeft het Hof geoordeeld dat de verplichting voor reisbureaus om bij een binnenlandse financiële instelling een garantie te verstrekken, onevenredig was omdat de onmiddellijke beschikbaarheid van de bedragen "in de regel [...] ook op passende wijze [kan] worden voldaan wanneer de borg in een andere lidstaat is gevestigd".