L'article 30 du projet, en consacrant la compéten
ce des juridictions belges lorsque l'état d'une personne belge est en cause, même si cette personne est demanderesse, ainsi que l'article 40, § 1, 4º, du projet en recoura
nt au critère de la nationalité belge commune des parties pour les affaires matrimoniales, et enfin l'article 59, 3º, du projet en matière de filiation en retenant la nationalité de l'enfant qu'il soit demandeur
ou défendeur, font bien dépendre ...[+++]la compétence belge de la nationalité belge d'une partie qui n'est pas défenderesse.Artikel 30 van het ontwerp, waarin de
bevoegdheid van de Belgische rechters wordt bevestigd als de staat van een Belg in het geding is, zelfs als die Belg eisende partij is, alsook artikel 40, § 1, 4º, van het ontwerp, waarin het criterium van de gemeensch
appelijke Belgische nationaliteit van de partijen in huwelijkszaken wordt gebruikt, en tot slot artikel 59, 3º, van het ontwerp inzake afstamming, waarin de nationaliteit van het kind, ongeacht of het eisende of verwerende partij is, als maatstaf wordt aangelegd, verbinden de Belgisc
...[+++]he bevoegdheid aan de Belgische nationaliteit van een partij die geen verweerster is.