1. L'Etat prend en charge les frais dans les limites déterminées par l'arrêté ministériel du 30 janvier 1995 (Moniteur belge du 3 mars 1995) et de l'article 11, § 1er, de la loi prérappelée du 2 avril 1965, pour environ 20.700 indigents qui ne possèdent pas la nationalité belge et qui ne sont pas inscrits dans le registre de la population.
1. Voor ongeveer 20.700 behoeftigen die de Belgische nationaliteit niet bezitten en die niet in het bevolkingsregister zijn ingeschreven, neemt de Staat de kosten ten laste binnen de grenzen vastgelegd in het ministerieel besluit van 30 januari 1995 (Belgisch Staatsblad van 3 maart 1995) en van artikel 11, § 1, van bovenvermelde wet van 2 april 1965.