L'assimilation aux apatrides des personnes de nationalité indéterminée était justifiée, dans les travaux préparatoires de la loi du 3 mars 1982, par un renvoi à la loi du 1 avril 1969 instituant un revenu garanti aux personnes âgées (Doc. parl., Sénat, 1979-1980, n 381, n 1); les travaux préparatoires de cette dernière loi révèlent que le législateur entendait, en cette matière, apporter une solution au problème posé par la suppression de la « carte de nomade » et de la remise à certaines personnes d'une carte d'identité portant la mention « nationalité indéterminée ».
De gelijkstelling van de personen van onbepaalde nationaliteit met de staatlozen werd in de parlementaire voorbereiding van de wet van 3 maart 1982 verantwoord door een verwijzing naar de wet van 1 april 1969 tot instelling van een gewaarborgd inkomen voor bejaarden (Parl. St., Senaat, 1979-1980, nr. 381/1); uit de parlementaire voorbereiding van die laatstgenoemde wet blijkt dat de wetgever in die materie een oplossing wilde bieden voor het probleem ontstaan als gevolg van de afschaffing van de « nomadenkaart » en de uitreiking aan sommige personen van een identiteitskaart met de vermelding « onbepaalde nationaliteit ».