Les travaux préparatoires du Code de la nationalité belge font apparaître que le législateur a, d'une part, considéré que le mariage avec un Belge pouvait en principe être interprété comme un indice de la volonté de l'intéressé de s'intégrer de manière permanente dans la société belge et, d'autre part, voulu éviter que des mariages soient conclus dans le seul but de pouvoir obtenir la nationalité belge.
Uit de parlementaire voorbereiding van het Wetboek van de Belgische nationaliteit blijkt dat de wetgever, enerzijds, ervan is uitgegaan dat het huwelijk met een Belg in beginsel kan worden beschouwd als een aanwijzing van de wil van de betrokkene om zich blijvend te integreren in de Belgische samenleving en, anderzijds, heeft willen voorkomen dat huwelijken louter zouden worden gesloten om de Belgische nationaliteit te kunnen verkrijgen.