La Cour de justice de l’UE a déjà jugé que ces conditions de nationalité étaient contraires à la liberté d’établissement en vertu du traité sur le fonctionnement de l’UE (article 49) car les activités des notaires ne sont pas couvertes par une exception au titre de l’article 51 du TFUE concernant l’exercice de l’autorité publique (voir les arrêts du 24.5.2011 relatifs à la Belgique, à la France, au Luxembourg, à l’Autriche, à l’Allemagne et à la Grèce).
Het Hof van Justitie van de EU heeft al eerder geoordeeld dat een dergelijk nationaliteitsvereiste in strijd is met de vrijheid van vestiging overeenkomstig artikel 49 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), omdat de activiteiten van notarissen geen werkzaamheden ter uitoefening van het openbaar gezag zijn en dus niet vallen onder de uitzonderingsregeling van artikel 51 VWEU (zie de arresten van 24 mei 2011 betreffende België, Frankrijk, Luxemburg, Oostenrijk, Duitsland en Griekenland).