Art. 69. § 1. Les détenus de nationalité étrangère peuvent, pour autant qu'ils le souhaitent, entrer en relation avec les agents consulaires et du corps diplomatique de leur pays, le cas échéant conformément aux réglementations prévues par ou en vertu des conventions internationales et sans préjudice de l'interdiction légale de communiquer visée à l'article 20 de la loi du 20 juillet 1990 relative à la détention préventive et des exceptions prévues par les traités internationaux.
Art. 69. § 1. De gedetineerden van vreemde nationaliteit mogen, zo zij dit wensen, in verbinding treden met de consulaire en diplomatieke ambtenaren van hun land, in voorkomend geval overeenkomstig de regelingen vastgesteld in of krachtens internationale overeenkomsten en behoudens het wettelijk uitgevaardigd verbod van vrij verkeer zoals bepaald in artikel 20 van de wet van 20 juli 1990 betreffende de voorlopige hechtenis en onverminderd de uitzonderingen bepaald in internationale verdragen.