Vertaling van "nationaux demeurent compétents " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

services nationaux compétents
bevoegde nationale autoriteiten

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Les législateurs nationaux demeurent compétents pour ce qui est de déterminer la nature du lien avec leur marché du travail, mais ils doivent respecter le principe de proportionnalité.
Hoewel de nationale wetgevers bevoegd blijven om de aard van de band met hun arbeidsmarkt vast te stellen, moeten ze het evenredigheidsbeginsel naleven.

Reste, au demeurant, à savoir si l'on peut attribuer à des fonctionnaires européens des compétences policères et judiciaires dont ne disposent pas même les fonctionnaires nationaux concernés.
De vraag kan gesteld worden of men politionele en strafrechtelijke bevoegdheden kan geven aan Europese ambtenaren die de betrokken nationale ambtenaren zelfs niet hebben.

19. rappelle que, conformément au protocole sur le rôle des parlements nationaux dans l'Union européenne annexé au traité d'Amsterdam, les politiques relatives à l'espace de liberté, de sécurité et de justice doivent faire l'objet d'un engagement spécial de la part des parlements nationaux et de la Conférence des organes spécialisés dans les affaires communautaires et européennes de l'Union européenne (COSAC); considère que cet engagement doit concerner tant la phase du processus de décision que la phase de mise en œuvre de la législation européenne de façon à permettre au législateur européen et au législateur national d'adopter les mises à jour nécessaires dans les secteurs qui sont et demeurent de compétence partagée; invite, par conséquent, les commissions parlementaires compétentes aux niveaux national et européen à établir des contacts permanents sur les dossiers législatifs spécifiques en mettant en commun toutes les informations utiles pour un processus législatif plus transparent et efficace aux niveaux européen et national; est favorable à l'organisation de rencontres spécifiques entre des législateurs européens, comme celle qui s'est tenue le 6 avril 2008 avec les parlements nationaux à l'occasion de la révision de la décision-cadre relative à la lutte contre le terrorisme, qui a permis d'évaluer non seulement les problèmes d'application de la législation européenne en vigueur, mais également la pertinence des propositions de modification faisant l'objet d'un l'examen par le Conseil;
19. herinnert eraan dat, op basis van het protocol betreffende de rol van de nationale parlementen dat is gehecht aan het Verdrag van Amsterdam, het beleid met betrekking tot een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid voorwerp moet zijn van extra betrokkenheid van nationale parlementen en de Conferentie van Commissies voor Europese aangelegenheden (COSAC); is van mening dat deze betrokkenheid zowel moet gelden in de voorbereidingsfase van het besluitvormingsproces als in de tenuitvoerleggingsfase van de Europese wetgeving, zodat zowel Europese als nationale wetgevende instanties wijzigingen kunnen aannemen die nodig zouden kunnen zijn in sectoren waar sprake is en blijft van een gedeelde bevoegdheid; nodigt daarom de op Europees en nationaal niveau bevoegde parlementaire commissies uit om permanente contacten te onderhouden over de specifieke wetgevingsdossiers en alle bruikbare informatie uit te wisselen voor een wetgevingsproces dat zowel op Europees als nationaal niveau doorzichtig en efficiënt is; staat gunstig tegenover het organiseren van specifieke ontmoetingen tussen Europese wetgevende instanties zoals op 6 april 2008 tussen nationale parlementen ter gelegenheid van de herziening van het kaderbesluit inzake terrorismebestrijding, in de loop waarvan het mogelijk is gebleken om niet alleen de problemen met betrekking tot de vigerende Europese wetgeving maar ook de deugdelijkheid van de wijzigingsvoorstellen ter behandeling in de Raad in beschouwing te nemen;

19. rappelle que, conformément au protocole sur les parlements nationaux annexé au traité d'Amsterdam, les politiques relatives à l'espace de liberté, de sécurité et de justice doivent faire l'objet d'un engagement spécial de la part des parlements nationaux et de la COSAC; souligne que cet engagement doit concerner tant la phase ascendante du processus de décision que la phase de mise en œuvre de la législation européenne de façon à permettre au législateur européen et au législateur national d'adopter les mises à jour nécessaires dans les secteurs qui sont et demeurent de compétence partagée; invite, par conséquent, les commissions parlementaires compétentes aux niveaux national et européen à établir des contacts permanents sur les dossiers législatifs spécifiques en mettant en commun toutes les informations utiles pour un processus législatif transparent et efficace aux niveaux européen et national; est favorable à l'organisation de rencontres spécifiques entre des législateurs européens, comme celles qui se sont tenues le 6 avril 2008 avec les représentants des parlements nationaux à l'occasion de la révision de la décision-cadre sur la lutte contre le terrorisme, qui a permis d'évaluer non seulement les problèmes d'application de la législation européenne en vigueur, mais également la pertinence des propositions de modification à l'examen du Conseil;
19. herinnert eraan dat, op basis van het protocol over de nationale parlementen dat is gehecht aan het Verdrag van Amsterdam, het beleid met betrekking tot een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid voorwerp moet zijn van extra betrokkenheid van nationale parlementen en de COSAC, een betrokkenheid die zowel moet gelden in de voorbereidingsfase van het besluitvormingsproces als in de tenuitvoerleggingsfase van de Europese wetgeving, zodat zowel Europese als nationale wetgevende instanties wijzigingen kunnen aannemen die nodig zouden kunnen zijn in sectoren waar sprake is en blijft van een gedeelde bevoegdheid; nodigt daarom de op Europees en nationaal niveau bevoegde parlementaire commissies uit om permanente contacten te onderhouden over de specifieke wetgevingsdossiers en alle bruikbare informatie uit te wisselen voor een wetgevingsproces dat zowel op Europees als nationaal niveau doorzichtig en efficiënt is; staat gunstig tegenover het organiseren van specifieke ontmoetingen tussen Europese wetgevende instanties zoals op 6 april 2008 tussen nationale parlementen ter gelegenheid van de herziening van het kaderbesluit inzake terrorismebestrijding, in de loop waarvan het mogelijk is gebleken om niet alleen de problemen met betrekking tot de vigerende Europese wetgeving maar ook de deugdelijkheid van de wijzigingsvoorstellen ter behandeling in de Raad in beschouwing te nemen;

27. observe que les dépenses militaires et le déploiement de forces nationales armées demeurent de la compétence exclusive des parlements nationaux mais que les frais de fonctionnement des actions communes de l'Union européenne en vue de la gestion de crise devaient être couverts par le budget communautaire et, dès lors, tomber sous le contrôle du Parlement européen;
27. merkt op dat militaire uitgaven en inzet van nationale gewapende groepen onder de uitsluitende bevoegdheid van de nationale parlementen blijven vallen maar dat de lopende kosten van de gezamenlijke EU-maatregelen ter beheersing van crises moeten worden gedekt door de communautaire begroting en derhalve door het Europees Parlement moeten worden gecontroleerd;

2. estime que le programme ambitieux présenté par la Commission dans sa communication déborde les dispositions des paragraphes 3 et 4 de l'article 63 du traité; à cet égard, tout en jugeant appropriée la perspective globale dans laquelle la Commission souhaite inscrire la future politique de l'immigration, fait valoir que l'article 63 du traité permet difficilement une gestion communautaire ou commune des flux migratoires, étant donné que les compétences demeurent aux mains des gouvernements nationaux, ce qui a pour objet de limiter considérablement le champ de l'action communautaire et d'empêcher de transcender la simple coordination des diverses politiques nationales;
2. meent dat het ambitieuze programma dat de Commissie in haar mededeling voorstelt buiten het kader van artikel 63, leden 3 en 4 van het Verdrag valt; onderstreept dat het algemene kader waarin de Commissie het toekomstige immigratiebeleid wil situeren weliswaar geschikt is, maar dat een communautaire of gemeenschappelijke beheersing van de migratiestromen moeilijk kan worden gegrondvest op artikel 63 van het Verdrag, aangezien de desbetreffende bevoegdheden in handen blijven van de nationale regeringen; meent dat dit de handelingsvrijheid van de Unie aanzienlijk beperkt en haar belemmert om verder te gaan dan de coördinatie van de verschillende nationale beleidsmaatregelen;