21. recommande aux États membres d'intégrer dans leurs budgets nationaux des ressources visibles, transparentes, participatives et responsables pour les crédits et les dépenses destinés à lutter contre la pauvreté des enfants et à assurer le devoir de protection des enfants, ce qui passe également par une augmentation des dépenses publiques afin d'atteindre ces objectifs; invite les États membres à faire le plus grand usage possible des Fonds structurels et d'investissement européens, et en particulier le Fonds social européen, afin de mettre en œuvre les trois piliers de la recommandation "Investir dans l'enfance";
21. beveelt de lids
taten aan om in hun nationale begrotingen zichtbare en transparante, op participatie en verantwoordingsplicht gebaseerde bepalingen op te nemen voor uitgaven die erop gericht zijn kinderarmoede te bestrijden en de verplichting om kinderen te beschermen na te komen, hetgeen ook inhoudt dat de overheid meer middelen
moet uittrekken om deze doelstellingen te bereiken; verzoekt de lidstaten maximaal gebruik te maken van de structuurfondsen, met name het Europees Sociaal Fonds, om alle drie de pijlers van de aanbeveling
...[+++] 'Investeren in kinderen' ten uitvoer te leggen;