1. Lorsqu'un État membre fournit des informations à la Commission conformément à l'article 3, paragraphes 1 à 4, il peut lui indiquer si certaines parties de ces informations, qu'elles soient de nature commerciale ou autre, dont la divulgation pourrait nuire aux activités des parties concernées, doivent être considérées comme confidentielles et si les informations fournies peuvent être partagées avec d'autres États membres.
1. Wanneer een lidstaat informatie verstrekt aan de Commissie op grond van artikel 3, leden 1 tot en met 4, mag hij aangeven of er een gedeelte van de informatie, commerciële of andere, waarvan de bekendmaking schade zou toebrengen aan de activiteiten van de betrokken partijen, vertrouwelijk behandeld moet worden en of de verstrekte informatie gedeeld kan worden met andere lidstaten.