Dans mon comportement vis-à-vis de l'organe contrôlé, il ne me suffit pas d'avoir la conscience tranquille: je dois aussi veiller à ce qu'un observateur neutre n'ait pas de fausses impressions ni surtout de soupçons quant à mon indépendance.
In mijn gedrag ten opzichte van de gecontroleerde instantie volstaat het niet dat ik een zuiver geweten heb, maar mag ik tevens geen verkeerde indrukken of verdenkingen wekken bij een neutrale waarnemer ten aanzien van mijn onafhankelijkheid.