La notion de «soutien familial nécessaire» aux ascendants au premier degré, qui figure à l’article 4, paragraphe 2, point a), ne devrait pas être considérée comme exclusivement matérielle et laisse une marge d’appréciation à l'État membre quant au niveau de soutien qu'il considère comme un soutien adéquat.
Het begrip “de nodige gezinssteun” voor een bloedverwant van de eerste graad in rechtstreekse opgaande lijn in artikel 4, lid 2, onder a), moet niet louter als materieel worden opgevat en laat een beoordelingsmarge aan de lidstaten voor wat betreft de mate van steun die als “nodig” wordt beschouwd.