13. appelle les États membres à mettre en œuvre la "garantie pour les jeunes" par des mesures pratiques et concrètes au niveau national, accompagnés des supports financiers adéquats, de façon à garantir que les jeunes gens aient un emploi décent ou suivent des études ou de nouveau une formation dans les quatre mois suivant leur sortie de l'école;
13. roept de lidstaten op de "jeugdgarantie" middels praktische en concrete maatregelen op nationaal niveau en met behulp van voldoende financiële steun ten uitvoer te leggen, teneinde te waarborgen dat jongeren binnen vier maanden na het afronden van hun opleiding een fatsoenlijke baan hebben gevonden, gaan studeren of opnieuw een opleiding volgen;