Art. 23. I. Lorsqu'un travailleur est l'auteur d'une invention intervenant lors de l'exécution de son contrat de travail, c'est-à-dire lorsqu'elle est l'aboutissement de travaux de recherches, entrepris suivant une demande de l'employeur, et si ce dernier prend un brevet d'invention, le nom du travailleur doit figurer sur la demande de brevet et être produit dans l'exemplaire imprimé de la description.
Art. 23. I. Wanneer een werknemer een uitvinding doet bij de uitvoering van zijn arbeidsovereenkomst, dit wil zeggen wanneer de uitvinding het resultaat is van een onderzoek dat wordt verricht op vraag van de werkgever, en indien deze laatste een octrooi neemt op de uitvinding, moet de naam van de werknemer worden vermeld op de aanvraag voor het octrooi, alsook in het gedrukte exemplaar van de beschrijving.