Si le Directeur général estime que le refus par un État partie d'inspecteurs ou assistants d'inspection proposés empêche la désignation d'un nombre suffisant d'inspecteurs et assistants d'inspection ou fait obstacle de quelque autre manière à la réalisation effective des buts d'une inspection sur place, il saisit le Conseil exécutif de la question.
Indien, naar het oordeel van de Directeur-Generaal, de niet-aanvaarding door een Staat die Partij is van de voorgedragen inspecteurs of inspectie-assistenten een beletsel vormt voor de aanwijzing van een voldoende aantal inspecteurs en inspectie-assistenten, of anderszins de effectieve verwezenlijking van de doelen van een inspectie ter plaatse belemmert, legt de Directeur-Generaal de kwestie voor aan de Uitvoerende Raad.