22. déclare expressément que le terrorisme palestinien, que ses victimes soient civiles ou militaires, non seulement est responsable de nombreuses victimes innocentes, ce qui le rend des plus condamnables, mais en plus nuit gravement au processus de paix que l'on veut reprendre; insiste cependant sur le fait que le processus de paix ne doit pas être interrompu ni anéanti par le terrorisme, car ce serait là le plus grand succès des terroristes;
22. verklaart nadrukkelijk dat het terrorisme van Palestijnse zijde, of de slachtoffers nu burgers of militairen zijn, niet alleen onschuldige slachtoffers maakt en derhalve ten sterkste veroordeeld moet worden, maar bovendien ook een ernstige bedreiging vormt voor het vredesproces dat men weer op gang wil helpen; onderstreept evenwel dat terrorisme het vredesproces niet mag onderbreken of tot stilstand brengen, omdat dit voor de terroristen een grote overwinning zou zijn;