Enfin, et surtout, les dispositions citées interdisent d'apporter une quelconque modification aux « situations de fait », nominativement énumérées, qui existaient au 31 décembre 1970 et au 1 janvier 1980 en matière de subventionnement d'institutions ou d'associations francophones dans les communes périphériques et celles de la frontière linguistique de la région de langue néerlandaise, si ce n'est de commun accord entre les Communautés flamande et française.
Ten slotte en vooral verbieden de aangehaalde bepalingen enige wijziging aan te brengen in de nominatim opgesomde « feitelijke toestanden » die op 31 december 1970, respectievelijk 1 januari 1980, bestonden inzake de subsidiëring van Franstalige instellingen of verenigingen in de rand- en taalgrensgemeenten van het Nederlandse taalgebied, tenzij in onderlinge overeenstemming tussen de Vlaamse en de Franse Gemeenschap.
