4.14. Les matières premières pour aliments des animaux d'origine animale (qu'elles soient conventionnelles ou issues du mode de production biologique) ne peuvent être utilisées que si elles sont énumérées à l'annexe II, section C.2, et sous réserve des limites quantitatives prévues dans la présente annexe.
4.14. Voedermiddelen van dierlijke oorsprong mogen (ongeacht of het gaat om conventionele, biologische of omschakelingsvoedermiddelen) alleen gebruikt worden als ze in bijlage II, deel C, punt C.2, zijn opgenomen en de in deze bijlage vastgestelde kwantitatieve beperkingen in acht genomen worden.