Art. 4. L'Ordre judiciaire, le Conseil d'Etat, le Corps interdépartemental de l'Inspection des Finances, le Personnel militaire et la Police fédérale doivent communiquer au Ministre de la Fonction publique le relevé au 30 juin de chaque année de leur effectifs en personnel, ventilé en personnel définitif, personnel contractuel et personnel en non activité.
Art. 4. De Rechterlijke Orde, de Raad van State, het Interdepartementaal Korps van de Inspectie van Financiën, het Militair Personeel en de Federale Politie moeten aan de Minister van Ambtenarenzaken het op 30 juni van elk jaar vastgestelde overzicht van hun personeelseffectieven, opgesplitst in vast benoemd personeel, contractueel personeel en personeel in non-activiteit, meedelen.