La doctrine défend l'opinion que de tels apports, sous la condition de la poursuite, par la personne morale bénéficiaire, de l'objet de la personne morale apportante, ne constituent ni une dotation ni un apport à titre gratuit, et qu'ils doivent en conséquence être soumis au droit fixe général (actuellement 1 000 francs), et non au droit de 1,1 % prévu à l'article 140, alinéa premier, 3º, du Code des droits d'enregistrement (voir Non marchand, nº 3, 1999).
Indien de begunstigde rechtspersoon hetzelfde doel nastreeft als de inbrengende rechtspersoon, gaat de rechtsleer ervan uit dat de inbrengsten noch een schenking noch een inbreng om niet vormen en dat zij daarom onderworpen zijn aan het algemeen vast recht (momenteel 1 000 frank) en niet aan het recht van 1,1 % waarin artikel 140, eerste lid, 3º, van het Wetboek van registratierechten voorziet (zie « Non marchand », nr. 3, 1999).