3. constate la persistance d'une dépendance disproportionnée vis-à-vis des États-Unis dans les affaires liées à la défense, étant donné que la part américaine dans les dépenses de défense totales de l'Alliance de l'Atlantique Nord atteint maintenant 75 %, et estime qu'il est dès lors nécessaire pour les alliés européens d'augmenter leur part de la charge dans le domaine de la défense; note avec inquiétude que les récentes coupes budgétaires viennent s'ajouter à un schéma d'investissement et de dépense insuffisant de la part des États membres dans les domaines de la sécurité et de la défense, observé depuis plus de dix ans;
3. merkt op dat nog steeds een onevenredig beroep op de Verenigde Staten in defensiezaken wordt gedaan, getuige het feit dat het aandeel van de VS in de defensie-uitgaven van de Noord-Atlantische Alliantie is opgelopen tot 75%, zodat het noodzakelijk is dat de Europese bondgenoten een groter deel van de defensielasten voor hun rekening nemen; stelt met bezorgdheid vast dat de recente bezuinigingen een sinds meer dan tien jaar bestaande trend van investeringstekorten en onderbestedingen op het gebied van veiligheid en defensie in de lidstaten versterken;