considérant que le règlement (CEE) n° 3254/91 du Conseil du 4 novembre 1991 interdisant l'utilisation du piège à mâchoires dans la Communauté et l'introduction dans la Communauté de fourrures et de produits manufacturés de certaines espèces animales sauvages originaires de pays qui utilisent pour leur capture le piège à mâchoires ou des méthode
s non conformes aux normes internationales de piégeage sans cruauté (3), et notamment son article 3, paragraphe 1, deuxième tiret, fait référence à des normes convenues au niveau international en matière de pi
égeage sans cruauté auxquelles ...[+++] devraient se conformer les méthodes de piégeage utilisées par les pays tiers n'ayant pas interdit l'utilisation des pièges à mâchoires, afin que ces pays tiers puissent exporter vers la Communauté des fourrures et des produits manufacturés de certaines espèces; Overwegende dat in Verordening (EEG) nr. 3254/91 van de Raad van 4 november 1991 houdende een verbod op het gebruik van de wildklem in de Gemeenschap en op het binnenbrengen in de Gemeenschap van pelzen en producten die vervaardigd zijn van bepaalde in het wild levende diersoorten uit landen waar gebruik wordt gemaakt van de wildklem of andere vangmethoden die niet stroken me
t de internationale normen voor humane vangst met behulp van vallen (3), en met name in artikel 3, lid 1, tweede streepje, van die verordening, verwezen wordt naar internationaal overeengekomen normen voor humane vangmethoden met behulp van vallen, waaraan derde land
...[+++]en die de wildklem niet hebben verboden moeten voldoen om pelzen en uit bepaalde diersoorten vervaardigde producten naar de Gemeenschap te kunnen uitvoeren;