Une telle disposition entend préciser que les règles de la Constitution, notamment celles qui instituent une irresponsabilité, une inviolabilité, une immunité ou un privilège de juridiction dans le chef de certaines personnes, ne peuvent être interprétées par les autorités belges comme empêchant l'exécution, par l'État, des obligations qui lui incombent en vertu du Statut de la Cour, notamment celles qui concernent l'arrestation et la remise de personnes à la Cour.
Een dergelijke bepaling zou duidelijk maken dat grondwettelijke regels, bijvoorbeeld inzake het verlenen van onverantwoordelijkheid, onschendbaarheid of voorrecht van rechtsmacht aan bepaalde personen, door de Belgische overheid niet geïnterpreteerd kunnen worden als een belemmering voor de Staat om zijn verplichtingen die voortvloeien uit het Statuut van het Hof na te komen, inzonderheid aangaande de aanhouding en de overdracht van personen aan het Hof.