La moitié lorraine du site correspond aux vallées de la Semois, de la Rulles, du ruisseau du Pré Thibaut, du Sandré et de la Civanne entre Tintigny et Jamoigne, occupées par de vastes étendues de prairies de fauche, de bocage à pie-grièches écorcheur, de petits massifs notamment de chênaie-charmaie (9160) où nichent les milans royaux et noirs.
De Lotharingse helft van de locatie stemt overeen met de valleien van de Semois, van de Rulles, van de beek « Pré Thibaut », Sandré en Civanne tussen Tintigny en Jamoigne, ingenomen door uitgestrekte oppervlaktes van maaiweiden, bocages met grauwe klauwieren, kleine bestanden van, onder andere, eiken- haagbeukenbossen (9160) waarin rode en zwarte wouwen nestelen.