À la demande d'un État membre, des dérogations aux dispositions de l'article 20, paragraphe 3, peuvent, dans des cas dûment justifiés, notamment lorsque certains investissements en infrastructures ne pourraient se justifier économiquement au vu du rapport coûts-avantages, être accordées par la Commission, à condition qu'un niveau de sécurité approprié soit assuré.
Op verzoek van een lidstaat kan de Commissie in naar behoren gemotiveerde gevallen afwijkingen van het bepaalde in artikel 20, lid 3, toestaan, zoals in gevallen waarin bepaalde investeringen in infrastructuur vanuit een kosteneffectiviteitsoogpunt niet te rechtvaardigen zouden zijn, op voorwaarde dat een passend veiligheidsniveau gewaarborgd wordt.